bv |
Woont
in: Cazalla de la Sierra (Sevilla)
24 september 2003
Vijftien jaar geleden kwam ik voor het eerst in Spanje. Ja, ik was eerder wel eens met mijn ouders op vakantie geweest ergens aan de Costa Brava, maar dat was niet echt “Spanje”. Maar vijftien jaar geleden ging ik met mijn toenmalige vriend (inmiddels alweer jaren mijn echtgenoot) naar vrienden van hem in Sevilla. Daarna met de trein naar Granada en Córdoba. En ik was helemaal verkocht! Wat een aardige mensen, wat een cultuurhistorie in de steden, wat een prachtige natuur daarbuiten, lekker eten, mooi weer. En niet te vergeten: de flamenco! In Córdoba gingen we naar een “tablao” en voor het eerst zag ik dat flamenco veel meer is dan een beetje stampen op de vloer, wapperen met je rok en klepperen met castagnetten.
Terug in Nederland ging ik op Spaanse les en was voor het eerst in mijn leven blij met het feit dat ik ooit op school Latijn had gehad. En ik ging in Amsterdam op zoek naar een flamencolerares. Een jaar later maakten we met de auto een rondreis: Barcelona, Aranjuez, de Alpujarras, Ronda, Sevilla, Salamanca. En zo begon een liefde die nooit meer overging. Alleen maar erger werd.
In Nederland had ik steeds vaker last van heimwee naar Spanje. Ik las elke dag El País op internet, keek wat voor weer het hier was, in Amsterdam bezochten we voornamelijk nog de tapasbars en spaanse restaurants, gingen naar alle flamencovoorstellingen, ik ploos elke week de nieuwe tv-gids uit om te zien of er ook maar ìets was over Spanje en elke spaanse film werd opgenomen. Iedere keer als ik zag dat er wat bijzonders was (Semana Santa, Feria in Sevilla, flamencofestivals in Jerez, Cordoba, Sevilla, de romeria van El Rocio) dan wilde ik zo een ticket kopen, ik wilde àlles zien. Spaans eten, spaanse wijn, spaanse muziek, spaanse taal, onze vrienden moeten er een beetje gestoord van geraakt zijn…….
We wilden dus in Spanje gaan wonen, vooral in Andalucía,, daar hadden we ons hart aan verpand. We wilden een ander leven. Meer buiten, meer tijd voor de kinderen (we hebben twee meisjes, die nu 6 en 4 zijn). We hadden inmiddels bedacht dat we een boerderij wilden kopen, een stuk of vijf huisjes (ver)bouwen voor toerisme en daarnaast veel extra service bieden en dingen organiseren voor je gasten. We spreken 5 talen, hebben opleiding en ervaring op het gebied van marketing, bedrijfsleiding, pr en verkoop, en bovendien hadden we een huis in Amstelveen dat flink in waarde was gestegen, dus we hadden bedacht dat we een goede basis hadden om te kunnen slagen.
Eerst dachten we aan de Alpujarras (hooggebergte, Granada, natuur en strand alles vlakbij elkaar, dat leek ons wel) en dus zijn we daar – nu ongeveer 5 jaar geleden – op vakantie gegaan. Dat bleek een goede zet, want we veranderden helemaal van idee. In de Alpujarras wonen geen echte Andalusiërs en dat merk je; ze zijn geslotener en veel minder uitbundig. Na de val van Granada in 1492 en nadat de spaanse koningen de joden en de moren het land uitgejaagd hadden, hebben ze een volksverhuizing in gang gezet en noordelingen naar de Alpujarras laten komen om te profiteren van de infrastructuur die de Moren er achtergelaten hadden. Inmiddels na het sluiten van de mijnen trekken ook veel Spanjaarden er weg en komen er veel buitenlanders wonen. Bovendien vonden we een aantal van die prachtige dorpjes erg toeristisch geworden; we waren een paar jaar eerder al een paar keer in de Alpujarras geweest. En het wonen in èchte bergen viel ons toch ook een beetje tegen: je zit de hele dag tegen die ene bergwand aan te kijken en over die kronkelweggetjes ben je altijd lang onderweg over kleine afstanden. Toen we na twee weken richting Sevilla reden om bij vrienden op bezoek te gaan, voelde dat als een soort "thuiskomen".
Sevilla is de stad waar we verliefd op waren, maar er wonen leek ons ook niks (te heet, te druk) en dus zochten we iets in de omgeving. In februari 1999 besteeden we een week aan het doelgericht verkennen van de omgeving van Sevilla. Naar het westen richting Huelva? Nee, wordt te vol gebouwd, komen allemaal snelwegen, zelfs totaan El Rocío (wereldberoemd vanwege zijn jaarlijkse bedevaartstocht). Naar het zuiden, richting Jerez? Vonden we de natuur niet zo mooi. Naar het oosten, richting Carmona? Mooie grote haciendas, maar een uitgestrekt (en daardoor saai) landbouwgebied, geen leuke dorpjes. En toen raadde iemand ons aan om eens in de Sierra Norte te gaan kijken. Kenden we nog niet. Dus de krant uitgeplozen, wat boerderijen bekeken die te koop waren en – op aanraden van diezelfde vriend - ook een vakantie-accomodatie bezocht om eens te kijken en te vragen hoe dat in z’n werk gaat. Dat leek mij persoonlijk niks. Je gaat toch ook niet aan Albert Heijn vragen hoe je een supermarkt opzet? Maar we werden zeer hartelijk ontvangen door de eigenaresse van Las Navezuelas, een prachtige oude boerderij. Het jaar daarna gingen we daar twee weken op vakantie. De eerste twee weken van mei, en het heeft veertien dagen gegoten! We zochten een huurhuis, en vonden het niet. Maar een week later, toen we al weer thuis waren, werden we gebeld door een restauranthouder uit Cazalla, die een huis te huur wist. De telefonische beschrijving klonk goed, dus mijn man stapte meteen weer op het vliegtuig en regelde een huurhuis. We verkochten ons huis in Nederland, regelden de verhuizing, vierden een afscheidsfeest met familie en vrienden en vertrokken begin september 2000 naar Cazalla de la Sierra.
We wilden niet meteen een huis kopen omdat we eerst maar eens aan den lijve wilden ondervinden of het inderdaad wel zo leuk zou zijn om te wonen in het dorp dat we uitgekozen hadden. Nou ja, je ziet het, we wonen hier alweer dire jaar! En we hebben nog geen seconde heimwee gehad!
Die boerderij, die hebben we nog niet gevonden (om 100.000 redenen), en daarom hadden we besloten om in ieder geval maar te beginnen met het organiseren van de activiteiten die we van plan waren: vakantie-workshops flamenco, Spaans, schilderen, keramiek, koken op z’n Andaluz, speciale excursies in kleine groepjes en een reserveringscentrale voor de accomodatie in de Sierra Norte. Omdat je voor zoiets ook ruimte nodig hebt (en netstroom en telefoon, wat je op veel boerderijen niet hebt!) zochten we iets in het dorp, we dachten in eerste instantie aan iets kleins. Maar toen liepen we op een dag tegen een kanjer van een huis aan, dat geschikt was voor zowel wonen als werken en bovendien nog een appartementje had dat we konden verhuren, dus toen hebben we dat maar gekocht. Het is een eeuwenoud pand midden in de historische kern van het dorp, en het dorpsleven bevalt ons eigenlijk heel erg goed, het is heel gezellig, ook voor de kinderen. Het wonen in “the middle of nowhere” is prachtig, maar heeft natuurlijk ook nadelen. Wat niet wegneemt dat we uit blijven kijken naar een boerderij, en op de dag dat we “hem” tegenkomen, dan zien we wel weer verder en hangt het er helemaal vanaf hoe we er dan voorstaan of we dit huis aanhouden, moeten verkopen, kunnen verhuren, of er nog meer appartemenen in maken.
Het wonen in Andalucía bevalt ons nog steeds goed, hoewel het niet altijd gemakkelijk is. Zeker een nieuwe business opzetten gaat erg “poco a poco” en je komt regelmatig voor verrassingen te staan die het uiterste vergen van je incasseringsvermogen, flexibiliteit en creativiteit. We hebben erg veel geleerd in de afgelopen drie jaar. Maar dan bedenken we dat we zèlf hierheen wilden komen en dat je de consequenties voor lief moet nemen. En we genieten ook: van de meer relaxte manier van leven, van het weer, van de prachtige omgeving, van de flamenco, en vooral van onze kinderen voor wie we nu veel meer tijd hebben.
>> Terug |